F.28 Fellowship verongelukt bij Moerdijk

NLM Fokker F.28 PH-CHI "Eindhoven" in zware windhoos verongelukt nabij Moerdijk op 6 oktober 1981

Toedracht Het vliegtuig Inzittenden Post

 

Het ongeluk met de PH-CHI

Kort na de start van vliegveld Zestienhoven (Rotterdam) komt de NLM Fokker F.28 PH-CHI in hevig noodweer terecht. Door een zware windstoot breekt de rechtervleugel af en stort het vliegtuig bij industrieterrein Moerdijk neer. Alle 17 inzittenden plus een brandweerman komen om het leven.

 

DInsdag 6 oktober 1981 (alle tijden locale tijd tenzij anders aangegeven)

Het NLM lijntoestel van Rotterdam naar Hamburg start om 17.04 uur (16.04 u. GMT) van vliegveld Zestienhoven voor het traject naar Eindhoven waar een tussenlanding zal worden gemaakt. De weerkaart die gezagvoerder Werner heeft meegekregen was van 16.00 uur en vertoont op dat moment (dus een uur voor de start) een uitgebreid onweersgebied ter hoogte van Vlissingen. Bij de briefing voor de start was de bemanning gewaarschuwd dat dit onweersgebied zich op dat moment reeds ten Zuiden en Oosten van Rotterdam bevond, en naar verwachting tussen 17.00 en 17.30 Rotterdam zou passeren. Er wordt bij de briefing niet gesproken over abnormale weersverschijnselen; ook wordt geen sigmet (meteorologische waarschuwing voor significante weersverschijnselen) uitgegeven. Er is dus geen reden om de start uit te stellen.
Vijf minuten na de start, (17.09 u.) ziet de bemanning op de weather avoidance radar een intensieve buitenactiviteit in het onweersfront en verlegt in overleg met de verkeersleiding de koers in iets zuidelijker richting om zo, in een relatief minder actief gebied, tussen twee zware buien door te vliegen. Daarbij wordt getracht de voor het vliegen in turbulentie aanbevolen snelheid van 230 kts aan te houden.
Om 17.12 u. komt de F.28 boven het Hollands Diep plotseling in het werkgebied van een zeer actieve windhoos terecht. Deze volgt een koers die onvermijdelijk tot een botsing met de F.28 moet leiden, hetgeen ook gebeurt. De rechtervleugel knapt af door de uitzonderlijke krachten die daarop worden uitgeoefend en het toestel stort neer bij industrieterrein Moerdijk, op korte afstand van een chemisch complex van Shell. Het vliegtuig komt ondersteboven terecht vlakbij een viaduct onder het goederenspoor van dit industrieterrein en de neus boort zich anderhalve meter in de grond. De Fokker valt in een ontelbaar aantal stukken uiteen en alle inzittenden worden op slag gedood. Een brandweerman die het vliegtuig ziet neerstorten krijgt ter plekke een hartstilstand en is het 18e dodelijke slachtoffer van deze ramp.

De afgebroken vleugel wordt later opgevist uit de insteekhaven links boven op het kaartje. Het vliegtuig stortte neer bij het viaduct onder de goederenspoorlijn. Deze spoorlijn loopt van middenboven naar links onder in het gebied.

Het afknappen van de vleugel blijkt geregistreerd te zijn door de radar van Luchtverkeersleidingscentrum Eurocontrol in Beek (L.). Te zien is dat het vliegtuig zich vlak voor de ramp lager dan 1000 meter vliegt en snel hoogte verliest. Op 200 meter zijn kort na elkaar twee opgloeiende strepen zichtbaar, vermoedelijk van het vliegtuig en de afgebroken vleugel.

Het bergen van de slachtoffers loopt vertraging op omdat onder de anderhalve meter diepe krater die bij het neerstorten ontstond, een 10.000 volt-kabel loopt. De stroom moet eerst worden afgeschakeld alvorens verder te kunnen.

Bij het latere onderzoek naar de ramp maakt men gebruik van de flight data recorder (de "zwarte doos"), de cockpit voice recorder, de brokstukken van het vliegtuig en ooggetuigen. Uit deze bronnen blijkt dat het vliegtuig zeer kortstondig in een "downburst" (krachtige valwind) was terecht gekomen en dat tijdens een windhoos een luchtstoot met de onvoorstelbare kracht van 6 G (6 x de zwaartekracht) de rechtervleugel van de Fokker heeft doen afknappen. Het vliegtuig sloeg daarop onbestuurbaar te pletter. De afgebroken vleugel wordt opgevist uit de insteekhaven van de Roode Vaart, 3 kilometer verderop. De F.28 is bestand tegen een maximale belasting 4 x de zwaartekracht, en voldoet daarmee aan alle eisen. Geen enkel passagierstoestel is bestand tegen de enorme kracht van 6 G die op de Fokker is uitgeoefend.

De weerradarsystemen zijn sindsdien aanmerkelijk verbeterd. Hierdoor, en mede door een aantal vergelijkbare ongelukken ten gevolge van "windshear" kan men deze valwinden beter voorspellen en is men alerter op dit gevaar. Op basis van de huidige techniek en ervaring zou de Fokker overigens waarschijnlijk niet zijn gestart.

 

Door het ongeluk laait de discussie op waarom Zestienhoven niet zelf een korte-afstandradar heeft waarmee men het vliegtuig beter had kunnen begeleiden. Nu was de Fokker aangewezen op de eigen boordradar. De discussie wordt vooral ingegeven door politieke motieven. Al jaren wordt over het voortbestaan van Zestienhoven gebakkeleid, en daarom blijven investeringen uit. Deskundigen verklaren echter dat zo'n radar het ongeluk niet had kunnen voorkomen.

Naar begin


Het vliegtuig

 

De verongelukte Fokker F.28 "Fellowship" was van het type Mk 4000 waarvan hiernaast een ander exemplaar (de PH-BBV) is afgebeeld. De PH-CHI "Eindhoven" werd gebouwd door de Fokkerfabriek op Schiphol-Oost en had constructienummer 11141. Het toestel werd op 26 maart 1979 onder nummer 2821 ingeschreven in het Nederlands Luchtvaartuigregister op naam van de eigenaar, KLM NV te Amstelveen en werd op 22 februari 1980 "gedoopt." Op 19 oktober 1981 werd de inschrijving doorgehaald.

De PH-CHI vloog als "Cityhopper" bij KLM dochter NLM en was ten tijde van het ongeluk pas tweeenhalf jaar oud. Zij was uitgerust met 2 Rolls Royce Spey Junior straalmotoren. Het maximum startgewicht bedroeg 29 ton, de kruissnelheid 849 km/u en het vliegbereik 2200 km.Deze F.28 kon 65 passagiers vervoeren.

Fokker heeft in totaal 241 exemplaren van de F.28 in verschillende versies verkocht. De produktie werd in 1984 gestopt om capaciteit vrij te maken voor de Fokker 100.

Naar begin


Bemanning en passagiers

Aan boord bevonden zich 17 personen: 4 bemanningsleden en 13 passagiers. De bemanning bestond uit J.P.R. Werner (33, gezagvoerder), H.R. Schoorl (28, 2e vlieger), Caroline Swart (21, stewardess) en Saskia van Eyk (21, stewardess).

De verongelukte passagiers waren: J. Jansen (46, Ned), Bern J. Edye (31, WD), H. Winkler (50), Klaus Witten (40), Curd Holst (40), Helmer Gause (38), Heinrich Matzanka, D. Grett, H. Gantner, E. Schaher (allen WD), K. Powell (GB), P.A. de Somogyi (beiden GB), en E. Kelly (VS).

Het slachtoffer op de grond, een ooggetuig van de ramp, was brandweerman Jos de Jong (49).

 

 

De beide vliegers Werner en Schoorl, en de passagiers Powell en Edye zijn op vrijdag 16 oktober, na een herdenkingsplechtigheid in de Koningskerk in Amsterdam, begraven op de Nieuwe Oosterbegraafplaats aan de Kruislaan in Amsterdam. Het grafmonument (links) herinnert aan dit vliegongeluk. De overige slachtoffers zijn elders begraven. Brandweerman de Jong werd begraven op de R.K. begraafplaats te Zevenbergen.

 

foto R. van den BoogaardOp de plaats waar het vliegtuig op de grond te pletter sloeg, nabij het in de tekst beschreven viaduct, is een gedenkplaat aangebracht die herinnert aan de tragische gebeurtenis, en in 3 talen de namen en geboortedata vermeldt van alle slachtoffers. De tekst is door weersinvloeden inmiddels moeilijk leesbaar geworden.

 

Persoonsinformatie

Jozef Philippe Raymond Werner (Den Haag, 9 april 1948) was sinds 15 februari 1971 in dienst van de KLM, had 4900 vlieguren (309 op de F.28) en woonde in Zwaanshoek.

Hendrik Reyer Schoorl (26 mei 1953) was sinds 1 februari 1978 als verkeersvlieger bij de KLM, had 2971 uur vliegervaring (2688 op de F.28) en woonde in Amstelveen.

Caroline Swart woonde in Heerhugowaard en Saskia van Eyk in den Haag.

 

Naar begin


Post

Over eventueel door het rampvliegtuig vervoerde post is niets bekend.

 

Naar begin

Naar Hoofdpagina