"Dakota" PH-TBW bij 3e landingspoging verongelukt op Schiphol

KLM Douglas DC-3 C-47 PH-TBW verongelukt op Schiphol op 14 november 1946

de wrakstukken op Schiphol

Toedracht Het vliegtuig Inzittenden Post

 

Het ongeluk met de PH-TBW

Het lukt de KLM Dakota PH-TBW enkele malen niet om recht voor landingsbaan 23 te komen. Ook de derde landingspoging mislukt en deze is fataal. Het toestel verongelukt en alle 26 inzittenden, waaronder de bekende schrijver Herman de Man, komen om het leven.

 

Donderdag 14 november 1946
Op het vliegveld Croydon (Londen) staat o
m 16.15 uur het vertrek gepland van de KLM Douglas DC-3 PH-TBW van Croydon voor de lijnvlucht naar Schiphol. Volgens schema zal het vliegtuig daar om 18.50 uur landen. Het vliegtuig is echter wat laat en arriveert rond 19.35 uur boven Schiphol. Er is op dat moment druk vliegverkeer en gezagvoerder Moreton krijgt niet direkt toestemming om te landen. Het weer is slecht; er hangt laaghangende bewolking en er zijn buien; het horizontale zicht is echter goed.
De toestemming om te landen komt uiteindelijk voor de z.g. "mistbaan", (baan 05-23), die bijzondere voorzieningen heeft om met slecht zicht te landen. Deze baan staat thans bekend als de "Schiphol Oostbaan". Het lukt Moreton echter enkele malen niet om het toestel goed op te lijnen met de landingsbaan. Ook bij een derde poging lukt het niet om het vliegtuig goed recht voor de baan te krijgen. Hij probeert op het laatste moment met een forse koerscorrectie toch nog goed uit te komen maar de snelheid is al gevaarlijk (te) laag geworden. Hierdoor glijdt het vliegtuig af, raakt met een vleugel de grond en stort neer in de uiterste Zuidwesthoek van het luchthaventerrein, op ca. 150 meter ten zuiden van de drempel van baan 05-23. (De hedendaagse topografische locatie zou luiden: vlakbij hangar 11, de "Jan Dellaert"). Ooggetuigen zien een felle, 20 meter hoge steekvlam. Daarna brandt het vliegtuig in enkele minuten vrijwel volledig uit. Als de hulporganisaties arriveren blijken de brokstukken van het vliegtuig over een grote afstand verspreid te liggen. Geen van de
26 inzittenden overleeft het ongeluk.

Door de weersomstandigheden zou de landing met behulp van de instrumenten plaatsvinden. Voortdurend werd door de toren de positie van het toestel gepeild en doorgeseind. Vlak voor de laatste landingspoging werd de laatste peiling doorgegeven en door de boordtelegrafist met het T.U. (Thank You) sein bevestigd, waarop de toren het sluitingsteken gaf. Verondersteld wordt dat Moreton op dat moment grondzicht had en dus eindelijk kon landen. Vlak daarop zag de verkeersleider echter een enorme vuurbal waar de TBW was neergestort.

 

Op 2 juni 1947 rapporteert de Raad voor de Luchtvaart haar bevindingen uit het onderzoek naar dit ongeval. Zij concludeert dat van een technische oorzaak hoegenaamd niets is gebleken, en dat dus sprake moet zijn geweest van een vliegersfout, t.w. het beschrijven van een scherpe bocht bij een te lage snelheid. "De DC-3 leent zich ook in zekere mate tot dit soort fouten". Er is nl. geen waarschuwingssignaal bij een te lage snelheid.

Uit het feit dat Moreton "tot driemaal toe over het vliegveld heeft gevlogen, zonder te dalen naar een zodanig hoogte dat grondzicht kon worden verkregen en zonder de juiste koers te houden", leidt de Raad af dat het hem (Moreton) heeft ontbroken aan voldoende zelfvertrouwen en routine om de Dakota onder de bestaande weersomstandigheden op correcte wijze te landen. De Raad ontkomt niet aan de indruk dat Moreton onvoldoende bekend was met de gevaarlijke (eerdergenoemde) vliegeigenschappen van de DC-3. Zij vertrouwt er voorts op dat de KLM in het vervolg slechts vliegers inzet van wie overtuigend vaststaat dat zij zowel met het vliegtuig op de betreffende route onder moeilijke weersomstandigheden, als met de bijzondere eigenschappen van het vliegtuig volkomen vertrouwd zijn.

(De KLM had na dit ongeval overigens al besloten om bij slecht weer een tweede vlieger mee te sturen om de gezagvoerder onder dergelijke omstandigheden te ontlasten).

Naar begin


Het vliegtuig

 

De PH-TBW was een Douglas DC-3 van het type C-47A en daarmee een z.g. "Dakota." Dit was de (Britse) nickname die dit type DC-3 kreeg tijdens de 2e wereldoorlog, waarin grote aantallen C-47's als millitair transportvliegtuig dienst deden op tal van plaatsen en missies. Na de oorlog kwamen deze vliegtuigen massaal ter beschikking van de burgerluchtvaart en zouden zij (na verbouwing tot civiel vliegtuig) nog tientallen jaren vliegen bij veel luchtvaartmaatschappijen "all over the world".

De PH-TBW met constructienummer 20122 werd op 16 februari 1946 ingeschreven in het Nederlands Luchtvaartuigregister onder nummer 402, en kwam daarmee op deze datum in dienst van de KLM. Zij was uitgerust met 2 Pratt & Whitney R.1830 motoren van 1200 pk elk. Het maximum startgewicht bedroeg 12.710 kg, de kruissnelheid was 285 km/u en het vliegbereik 1800 km. Er konden 21 passagiers worden vervoerd. De DC-3 C-47A deed vooral dienst op de Europese lijnen van de KLM. De laatste KLM-Dakota (de PH-DAR) werd pas in 1965 door de maatschappij verkocht. Ook andere Nederlandse luchtvaartmaatschappijen, waaronder Martinair, en Moorman Air hebben de Dakota in dienst gehad.

De PH-TBW was nog in sobere kleuren uitgevoerd: de romp in aluminium en slechts het richtingroer in rood-wit-blauw (zie foto). Korte tijd later zou de KLM-vloot het bekende na-oorlogse kleurenschema krijgen in blauw en wit en de "The Flying Dutchman" belettering op de romp.

Naar begin


Bemanning en passagiers

Aan boord bevonden zich 26 personen: 5 bemanningsleden en 21 passagiers. De bemanning bestond uit E.J.H.F. Moreton (gezagvoerder), W.L. Milo (radiotelegrafist), H.L. Vos (radiotelegrafist), H.H.J. Tiemens (boordwerktuigkundige) en Mej. J.M. (Jannie) Lammens (stewardess).

Dit waren de namen van de passagiers: Dr. J. Ridder, Chr. Tonnet, L.H. Lambo, Mevr. H.E. Lambo-Goats, Herman de Man, Ir. J. Vet, H.J. van Arkel, E.L. van Musscher, M.A. Elias, W.E.A.M. König, W.L. Elderson, K. Sperna Weiland, M.M. Buschman, Mevr. A.P. Ulrich-de Groot, J.Kooyman, E.M.M. van Vlymen (allen Nederlanders), en de Engelsen P.A. Josephs. U.R. Moseley, Major C.N. Weston, F.M. Burgis en R.A. Witham.

Persoonsinformatie

E.J.H.F. Moreton (Simla, Brits Indië, 5 juni 1909) had de Engelse Nationaliteit. Hij was sinds een half jaar in dienst van de KLM en stond bekend als een buitengewoon bekwaam en betrouwbaar piloot met 17 jaar vliegervaring. Tijdens de oorlog was hij "captain" bij de RAF en had hij meerdere transatlantische vluchten gemaakt. Moreton was gehuwd en woonde in Rotterdam.

W.L. Milo (Kollumerland, 9 augustus 1920) woonde in Amsterdam, was gehuwd en had een zoon.

Henk L. Vos (Reeuwijk, 29 augustus 1918) woonde met zijn echtgenote in Amsterdam. Het echtpaar had (in tegenstelling tot krantenberichten uit die tijd) geen kinderen.

H.H.J. Tiemens (Harderwijk, 11 mei 1912) woonde in Amsterdam.

Mej. J.M. Lammens (Katwijk, 16 februari 1924) woonde in Amsterdam. Zij was oorspronkelijk Rode Kruishelpster en startte 22 maart van dit jaar met de opleiding voor stewardess.


Herman de Man (pseudoniem voor Salomon Herman Hamburger), geboren in Woerden op 11 juli 1898, was een zeer bekende schrijver die vele romans op zijn naam had staan. Zijn bekendste boek was de roman "Het wassende water" waarnaar later een succesvolle Nederlandse TV-serie werd gemaakt. In 1938 kreeg hij de Tollens-prijs. Op het moment van de ramp was hij hoofd van de Curaçaosche radio-omroep.

Christiaan Tonnet (Den Haag, 23 februari 1902) was Luitenant Kolonel bij de Artillerie, en actief in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. In 1950 werd hij postuum onderscheiden met de Militaire Willems Orde. Hij is de naamgever van de Luitenant Kolonel Tonnet Kazerne in 't Harde. Op deze legerplaats werd in 1975 door Prins Bernhard een monument onthuld ter nagedachtenis aan Tonnet.

 

Zorgvlied, aug. 2006De lichamen van drie van de Nederlandse bemanningsleden Milo, Tiemens en Vos rusten in een gemeenschappelijk graf op de Amsterdamse begraafplaats Zorgvlied. Het grafnummer is 6-I-79.

 


het graf van Herman de Man in OudewaterHerman de Man werd op 19 november 1946 onder grote belangstelling begraven op de R.K. begraafplaats in Oudewater (ZH). Hij rust in het graf aangeduid als Waterkant, rij 1F, nr. 12. Het peudoniem Herman de Man is later ook zijn echte naam geworden. Vlak voor zijn dood vertelde hij zijn dochter dat hij gedroomd had bij een vliegtuigongeluk om te komen....
Herman de Man had een ongelukkig leven. Zijn vrouw en vier van zijn kinderen werden in 1942 door de Duitsers opgepakt en in Auschwitz omgebracht. Na de oorlog was zijn leven door alle ellende totaal ontwricht en heeft hij niets meer kunnen schrijven.

 


 

 


Post

Slechts een gering deel van de 63 kg post die aan boord van de PH-TBW was kon worden gered. Deze "rampstukken", zijn bij Aerofilatelieverzamelaars erg gewild en kostbaar. Het afgebeelde rampstuk is voorzien van diverse PTT strookjes die op de ramp duiden en kwam in mei 2004 bij een gerenommeerd Haags veilinghuis onder de hamer.

 

Naar begin

Naar Hoofdpagina