Willem Bontekoe in de Noordzee verongelukt

KLM DC-6B PH-DFO verdwijnt t/h van Egmond in de Noordzee op 23 augustus 1954

Toedracht Het vliegtuig Inzittenden Post

 

Het ongeluk met de Willem Bontekoe

Op 23 augustus 1954 verdwijnt de KLM DC-6B "Willem Bontekoe", komend uit Shannon, kort voor de nadering van Schiphol, bij Egmond aan Zee in tegengestelde vliegrichting in de golven van de Noordzee. Alle inzittenden komen om het leven. Het ongeval wordt nooit opgehelderd.

 

Maandag 23 augustus 1954

een wrakstuk van de Bontekoe aan een markeringsboeiDe PH-DFO, op 22 augustus vertrokken uit New York voor lijnvlucht KL 608 naar Amsterdam, vertrekt op 23 augustus na een tussenlanding om 09.29 u. (GMT) van Shannon (Ierland) voor het laatste traject naar Schiphol. Aan boord bevinden zich, behalve de 9 bemanningsleden, slechts 12 passagiers. Het is slecht weer. Er is laaghangende bewolking en er zijn forse regenbuien die het zicht belemmeren. Om 11.22 u. meldt gezagvoerder Harman aan de verkeersleiding dat hij het Nederlandse luchtruim binnenvliegt. Drie minuten later, (11.25 u.) rapporteert hij dat hij de kruishoogte van 12.000 ft gaat verlaten en zal beginnen aan de dalingsprocedure richting baken Spijkerboor (ten noorden van Amsterdam), waar hij om 11.37 u. verwacht aan te komen. Vandaar zal met een rechterbocht aangevlogen worden naar landingsbaan 05-23. De Bontekoe krijgt daarop toestemming te dalen naar 5500 voet, vervolgens naar 4500, en daarna naar 3500 voet. Deze laatste boodschap wordt door de bemanning bevestigd om 11.31 u. Dit is het laatste radiocontact met het vliegtuig.


Om 11.35 u. geeft Schiphol fiat om verder te dalen naar 2500 ft. Op dit bericht komt geen antwoord. De verkeersleider herhaalt zijn oproep: "Delta Foxtrot Oscar (DFO) dit is Schiphol Control. U hebt toestemming om tot 2500 ft te dalen, Bevestig ontvangst van dit bericht".
De herhaalde oproepen worden niet beantwoord. Om 12.15 u. wordt via Scheveningen Radio alarm geslagen naar alle schepen op de Noordzee. Twee reddingsboten rukken uit naar de plek waar de Bontekoe zijn laatste positie had doorgegeven. Marineschepen en helikopters volgen.

Een intensieve zoektocht naar het vliegtuig, in zeer slecht weer, resulteert om 15.55 u. in het definitieve bericht dat de Bontekoe in de zee is verdwenen. De kotter IJM 5 "Texel" vindt op dat tijdstip op een locatie, 8 mijl uit de kust, tussen Egmond en Bergen, wrakstukken, papieren en boeken. De loodsboot "Bellatrix" vindt later witte hoofdkussens met de letters KLM. Van alle kanten rukken hulpdiensten uit.

De volgende dag worden ook lichaamdelen gevonden en ter identificatie gezonden naar het ziekenhuis in IJmuiden. Een aantal kotters zoekt met sleepnetten het gebied af waar men vermoedt dat het wrak is neergekomen. Door de sterke stroming zijn de wrakstukken echter over een groot gebied verspreid. De Noordzee is ter plaatse tussen 10 en 30 meter diep. Op 31 augustus worden nog enkele stoffelijke resten en een motor gevonden. De grootscheepse zoekoperatie met vele schepen, duikers en Asdic apparatuur gaat nog maanden door en stopt pas op 25 november. Men heeft dan van de 21 slachtoffers slechts de stoffelijke resten van 3e piloot Meyers en het vijfjarige jongetje Richard Yarrow, en ongeveer de helft van het vliegtuigwrak (in de vorm van duizenden fragmenten) geborgen.

Uit de vindplaats van de resten heeft men inmiddels als waarschijnlijke locatie waar de Bontekoe in zee is gestort de positie 52°40' N.B. 4°20' O.L. (iets ten Noorden van Egmond) afgeleid.

Overal duiken verhalen op van mensen die de Bontekoe heel laag boven het Noordhollandse land hebben zien vliegen, en daarbij vreemde "capriolen" zagen uithalen. Andere getuigen verklaren dat zij de DC-6B laag boven het strand bij Egmond hebben zien vliegen, maar dan wel in de richting van de zee, dus in tegengestelde richting (!). Bovendien hebben sommige getuigen daarna, boven zee een luide knal gehoord. Dat zou op een explosie kunnen duiden. Kortom: de Bontekoe heeft volgens deze getuigen, onverklaarbare manoeuvres boven land uitgehaald en is daarna richting zee weer verdwenen.

In oktober 2006 bericht de heer A.N. van den Berg aan Aviacrash, dat hij destijds als achttienjarige marineman met de voormalige walvisjager Hr.Ms. Paets van Troostwijck wekenlang vanuit IJmuiden met (toen experimentele) detectieapparatuur de zeebodem afzocht naar wrakstukken, die vervolgens werden gemarkeerd en door duikers geborgen. Bij dit werk werden o.a. huidbeplating, motoren, stoelen en dameskleding geborgen.

Het (voor)onderzoek naar de oorzaak van het ongeval

door de Raad voor de Luchtvaart levert geen enkele aanwijzing op die de crash kan verklaren. Er is geen verklaring voor het uiterst merkwaardige zwalken van de Bontekoe. Deze heeft tenminste 28 minuten boven Noordholland gezworven op hoogten tussen 100 en 1200 voet, dus veel lager dan de laatste bevestigde hoogte van 3500 voet. Ook kan geen enkel technisch mankement worden afgeleid.
Uit de minutieuze reconstructie met behulp van de (duizenden!) gevonden restanten van het wrak blijkt wel, dat op het moment dat de Bontekoe in zee stortte, het vliegtuig volledig intact is geweest, met de motoren 2,3 en 4 op dat moment draaiend en motor 1 "waarschijnlijk" in werking. De Bontekoe heeft het water geraakt met de neus licht omlaag, en licht naar rechts overhellend.

Conclusies uit het onderzoek

Het eindrapport van het vooronderzoek vermeldt dat de ware oorzaak niet aan het licht gebracht kon worden. En daarmee is de zaak gesloten. Omdat het zeer onwaarschijnlijk is dat een onderzoek door de Raad voor de Luchtvaart in een publieke zitting meer licht in de zaak zal brengen, wordt op 5 december 1955 besloten

that the Aeronautical Council will not institute a further investigation of the aforementiond accident.

Er wordt dus geen vervolgonderzoek ingesteld.
Een van de onderzoekers, een ingenieur van de Rijksluchtvaartdienst, houdt echter een onbevredigend gevoel en gaat privé door met het onderzoek en het horen van getuigen. Dit leidt uiteindelijk tot de (aannemelijke) theorie, dat het onverklaarbare zwalken van de Bontekoe kan zijn veroorzaakt door een defecte benzinekachel. Het inademen van benzinedampen leidt tot bedwelming. Dit zou verklaren dat de crew gepoogd heeft een cockpitraam te openen. En vanwege het brandgevaar zouden electrische contacten zijn afgesloten, hetgeen de plotselinge radiostilte zou verklaren.

Als andere mogelijke oorzaken worden genoemd: oververhitting van de elektrische bedrading met zware rookontwikkeling, een explosie in een van de drukflessen, een kapotte cockpitruit of een defect van de automatische piloot.

Hoe het zij, de echte oorzaak zal nooit meer worden achterhaald, en de ramp met de Bontekoe blijft een van de meest raadselachtige incidenten uit de geschiedenis van de KLM.

(Alle tijden in GMT. Voor de Nederlandse tijd moet 1 uur worden bijgeteld).

Naar begin


Het vliegtuig

 

De Douglas DC-6B PH-DFO "Willem Bontekoe", in 1952 met c/n 43556 gebouwd door de Douglas Aircraft Company in Santa Monica (Ca. USA), was een van de zeven vliegtuigen van dit type dat bij de KLM heeft gevlogen, en werd op 26 april 1952, tegelijk met de andere zes DC-6B 's, als PH-TFO "Willem Bontekoe" ingeschreven in het Nederlands Luchtvaartuigregister (nr. 294). Op 6 maart 1954 werd de registratie gewijzigd in PH-DFO.

De DC-6B was de passagiersversie van de DC-6A Liftmaster, een dedicated vrachtvliegtuig, en afgezien van de inrichting als passagiersvliegtuig, daaraan gelijk. Het was een zeer economisch vliegtuig dat bij de KLM succesvol dienst deed op de intercontinentale lijnen.
De Bontekoe was uitgerust met 4 Pratt & Whitney "Double Wasp CB-117" zuigermotoren van 2.435 pk elk. Het toestel had een kruissnelheid van 460 km/u. bij een vliegbereik van 3600 km. Bij de start op Shannon bedroeg het startgewicht 36.095; ruim onder het maximum startgewicht van 48.578 kg.
De DFO kon worden ingericht voor het vervoer van 64-92 passagiers en was uitgevoerd in de bekende na-oorlogse blauw en witte "The Flying Dutchman" rompbeschildering met rood-wit-blauw richtingroer.

De Bontekoe had op het moment van de crash 6308 vlieguren. De inschrijving in het NLR werd op 24 augustus 1954 doorgehaald.

Naar begin


Bemanning en passagiers

Aan boord bevonden zich 21 personen: 9 bemanningsleden en 12 passagiers. De bemanning bestond uit Charles Christian Harman (gezagvoerder), Anthonius Johannes de Wolf (2e piloot of wel First Officer), Rudolf Mano Tofield Meyers (3e piloot), Anton Floris van Aggelen (Radiotelegrafist), Laurens Cornelis Koppenol (1e boordwerktuigkundige), Sebo Berend Geertsema (2e bwk), Christiaan Johannes van Schaik (1e steward), Gustaaf Lambertus Feekes (2e steward) en Magdalena Christina van der Mark (stewardess).

De 12 passagiers zijn: het echtpaar Peeper (A'dam), 3 personen uit de familie Bausan (Gay, Frieda en Wes) (Haiti), Dr. Ernest Decker en zijn vrouw (USA), Mr. Leonard Jamison (USA) en het echtpaar Joseph Yarrow met hun kinderen Richard en Peter (USA).

Persoonsinformatie

Charles Christian ("Chuck") Harman (Edmonton, Canada, 14 januari 1918), een voormalig oorlogsvlieger bij de Britse RAF, was een rustige, uitgebalanceerde persoonlijkheid. Op 20 februari 1947 kwam hij bij de KLM, en werd daar op 1 april 1951 vlieger 1e klas (vierbander). Hij had 8600 vlieguren, waarvan meer dan 4200 bij de KLM. Als zeer ervaren vlieger werd hij benoemd tot instructeur/gezagvoerder. Harman was gehuwd en had geen kinderen.

Anthonius Johannes de Wolf (Delft, 11 oktober 1916) was gehuwd en had twee kinderen. Sinds 1949 vloog hij bij de KLM waar hij in 1951 driebander (piloot 2e klasse) werd. Hij had ruim 6700 vlieguren.

Rudolf Mano Tofield Meyers (Ermelo, 19 juli 1928) was dit jaar als 3e vlieger-navigator op de Atlantische route bij de KLM gekomen. Hij was gehuwd en had een kind.

Anton Floris van Aggelen (A'dam, 30 maart 1920) was reeds vanaf 16 januari 1946 bij de KLM. Sinds 1948 was hij telegrafist 2e klasse (driebander). Van Aggelen was gehuwd en had twee kinderen.

Laurens Cornelis Koppenol (A'dam, 19 november 1918) was gehuwd en had twee kinderen. Reeds sinds 1939 was hij bij de KLM en daarmee behoorde hij tot de oudere garde bwk's.

Sebo Berend Geertsema (Termunten, 1926) was sinds 1947 bij de KLM en sinds een jaar bwk derde klas. Geertsema was gehuwd en had een kind.

Christiaan Johannes van Schaik (Utrecht, 29 januari 1926) was sinds 1949 bij de KLM, was gehuwd en had een kind.

Gustaaf Lambertus Feekes (Den Haag, 21 november 1920) was gehuwd en had geen kinderen. Hij werkte al enige jaren bij de KLM en was steward 4e klas.

Magdalena Christina van der Mark (Curacao, 29 maart 1929) was stewardess 2e klas.


 

Uitvaartgegevens

Op vrijdag 3 september 1954 werd het lichaam van 3e piloot Meyers gecremeerd op crematorium Westerveld (Driehuis/Velsen). KLM commodore Viruly hield bij deze plechtigheid een toespraak.

 


Vervoerde post

De door de Willem Bontekoe vervoerde post is geheel verloren gegaan.

Naar begin

Naar Hoofdpagina